Vertalingen warm maken NL>DE
warm maken (ww.) | aufbraten (ww.) ; aufkochen (ww.) ; aufwärmen (ww.) ; erhitzen (ww.) ; erwärmen von Essen (ww.) ; feuern (ww.) ; glühen (ww.) ; heißlaufen (ww.) ; heizen (ww.) ; wärmen (ww.) ; überhitzen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `warm maken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: opwarmen